Een startkapitaal voor uw eigen pensioenpot
Op 1 januari 2026 stappen we op advies van sociale partners (vakbonden en werkgeversorganisaties) over naar de nieuwe pensioenregeling. Er is gekozen voor de solidaire premieregeling. Dat betekent dat u met de inleg die u en uw werkgever betalen, een kapitaal voor pensioen opbouwt. Of anders gezegd: u krijgt een eigen pensioenpot. Bent u al gepensioneerd? Ook dan zetten we uw reeds opbouwde pensioen om naar een pensioen in de nieuwe regeling.
U ontvangt eind 2025 een eerste inschatting van uw pensioen in de nieuwe regeling. Zodra we daadwerkelijk zijn overgestapt, ontvangt u opnieuw een berekening en een opgaaf van het kapitaal waarmee u bent gestart. De hoogte van het startkapitaal hangt af van de financiële situatie van ons fonds op 1 januari 2026.
Wat blijft er hetzelfde en wat verandert er?
Dit gaat er veranderen na 1 januari 2026
- Het pensioen dat u tot 31 december 2025 opbouwde, zetten we om naar een startkapitaal voor uw eigen pensioenpot.
- U bouwt in de toekomst verder aan een kapitaal voor uw pensioen.
- Naarmate u ouder wordt, beleggen we het geld minder risicovol.
- Vanaf het moment dat u uw pensioen laat ingaan, levert het kapitaal een pensioen op.
- Uw pensioen gaat eerder omhoog als het economisch gezien meezit.
- Uw pensioen gaat eerder omlaag als het tegenzit.
- U ziet duidelijker hoeveel u en uw werkgever maandelijks inleggen voor uw pensioen. Hoeveel u uiteindelijk krijgt, hangt voor een belangrijk deel af van hoe lang we het geld voor uw pensioen kunnen beleggen, de opbrengst op de beleggingen en de rente.
- Het nabestaandenpensioen wordt op risicobasis verzekerd. Als u uit dienst gaat, kunt u het nabestaandepensioen voor uw partner & kind blijven verzekeren
Dit blijft zoals het is
- U betaalt samen met uw werkgever voor uw pensioen.
- U bepaalt zelf wanneer u uw pensioen laat ingaan.
- Het geld voor uw pensioen wordt zorgvuldig belegd; het kan niet zomaar verdampen.
- U krijgt een pensioen zo lang u leeft.
- Vanaf uw AOW-leeftijd ontvangt u AOW van de overheid.
- De mee- en tegenvallers blijft u met elkaar delen. Bijvoorbeeld bij arbeidsongeschiktheid of bij overlijden (dan is er een uitkering voor uw partner geregeld).

Verder opbouwen in de nieuwe pensioenregeling
De persoonlijke pensioenpot groeit door een maandelijkse inleg van werknemer en werkgever en/of de opbrengst van de beleggingen. Deze persoonlijke pensioenpot levert uiteindelijk een pensioen op. U ontvangt pensioen zo lang u leeft. We maken regelmatig een inschatting van het pensioen dat u later krijgt.
We beleggen het kapitaal uit de persoonlijke pensioenpotten zó dat jongeren een groter deel van de opbrengst krijgen en ouderen een kleiner deel. Dat doen we niet alleen als het meezit, maar ook als het tegenzit. Jongeren krijgen niet alleen een groter deel van de winsten, maar ook van de verliezen. Het verwachte pensioen van jongeren schommelt daardoor meer. Gemiddeld zijn er naar verwachting meer goede dan slechte jaren, daarom groeit het kapitaal van jongeren naar verwachting sterker dan dat van ouderen.
We vinden het belangrijk dat de pensioenen van ouderen stabiel zijn. Daarom beleggen we het kapitaal uit de persoonlijke pensioenpotten grotendeels in obligaties en ontvangen zij een kleiner deel van de winsten en de verliezen. Omdat er gemiddeld meer goede dan slechte jaren zijn, kan ook hun kapitaal (en verwachte pensioen) nog steeds groeien.
Reserve en compensatie
Solidariteitsreserve
Er is een reserve. Die is bedoeld voor de pensioenen die we uitbetalen. Moeten de pensioenen die we uitbetalen omlaag en zit er genoeg geld in de reserve? Dan vullen we de pensioenen aan.
Compensatie
Pensioenfonds Beton wil op 1 januari 2026 overstappen op de nieuwe pensioenregeling. Sommigen hebben naar verwachting nadeel van de overstap naar de nieuwe pensioenregeling. We leggen hier uit wat dat nadeel is en hoe we dat opvangen.

Nabestaandenpensioen
In de huidige/oude pensioenregeling bouwde u elk jaar een deel van het pensioen voor uzelf op en voor uw partner als u overlijdt. Het kan gebeuren dat iemand overlijdt voor hij of zij met pensioen is. Sociale partners willen dat er dan wel een volwaardige uitkering is voor de partner. Daarom is er in de huidige pensioenregeling een verzekering, die het opgebouwde partnerpensioen aanvult. De aanvulling berekenen we alsof iemand niet was overleden en tot AOW-leeftijd pensioen had opgebouwd.
In de nieuwe pensioenregeling bouwt u geen partnerpensioen meer op. De uitkering als u overlijdt is volledig een verzekering. Het is een percentage van het salaris dat meetelt voor uw pensioen.
Het partnerpensioen dat u tot de overstap had opgebouwd zetten we om naar de nieuwe regeling. Dat bedrag krijgt uw partner als u overlijdt, bovenop het verzekerde partnerpensioen volgens de nieuwe pensioenregeling.
Dit is het gevolg
- Had u een partnerpensioen opgebouwd op 1 januari 2026? En bouwt u pensioen op bij Pensioenfonds Beton? Dan heeft uw partner zowel recht op het partnerpensioen dat via de nieuwe pensioenregeling is geregeld, als het partnerpensioen dat is omgezet.
- Had u partnerpensioen opgebouwd en bouwt u geen pensioen meer op bij Pensioenfonds Beton? Dan heeft uw partner in de nieuwe pensioenregeling nog steeds recht op een partnerpensioen. De waarde van het partnerpensioen dat u had opgebouwd, is omgezet naar de nieuwe pensioenregeling.
- Ontvangt u al een pensioen? Dan verandert er niets.